Tegenwoordig maak ik gebruik van dragers die geleverd worden door een speciaal bedrijf. Het zijn meestal studenten die dit werk doen als bijbaantje. Ze krijgen van het bedrijf een gedegen training en doen hun werk voortreffelijk. Jonge jongens en meiden die dit werk doen, ik vind het prachtig.
In het verleden maakten we veelal gebruik van wat oudere mannen, meestal zaten ze door omstandigheden thuis of genoten ze reeds van hun pensioen. Een vast clubje, door de wol geverfde heren. Uitermate handig als je een beginnende uitvaartverzorger was. Zij kenden alle kerken en gebouwen, waren op de hoogte van de plaatselijke gebruiken en konden tijdens de koffie prachtige verhalen vertellen.
Veelal waren ze mij tot een prettige ondersteuning, maar soms konden ze ook streken uithalen. En daarover gaat het volgende verhaal.
Het was ergens in de Veenkoloniën. Een heel erg aardige familie. Eerst een uitvaartdienst in een kerk, aansluitend naar de begraafplaats. En of we ook nog even langs het sterfhuis konden rijden. Natuurlijk kon dat, een kleine moeite. In de dagen voorafgaand aan de uitvaart was er iedere dag contact met de familie, we lagen elkaar bijzonder goed. Het ging met een lach en een traan, en dat was goed.
Het moet gezegd en misschien begint het vervelend te klinken, maar alles verliep naar volle tevredenheid van de familie. De dienst was mooi, de rit naar de begraafplaats ging heel erg soepel, nergens oponthoud, het was bijna perfect. Totdat het ging regenen. En het regende niet een klein beetje, het kwam echt met bakken uit de lucht. Ik heb nog nooit zoveel regen gehad bij een begrafenis. Het werd ook niet meer droog. Dus in de stromende regen werd de kist door de dragers, voorzien van paraplu's, uit de auto gehaald. Ook ik had mijn paraplu gepakt. Een extra grote zodat eventueel de voorganger, pastoor of wie er ook maar bij het graf zou spreken, bij mij onder de paraplu kon, dan hadden zij hun handen vrij voor eventuele papieren met toespraak of wat dan ook.
Geroutineerd zetten de dragers de kist op het graf, ze hadden de paraplu's even aan de kant gezet, maar pakten deze weer toen ze zich weer opstelden bij het open graf. De kist moest dalen waar iedereen bij was. Ik zou tussen twee dragers gaan staan om de balkjes weg te halen als de kist zou gaan dalen, maar mijn paraplu was te groot om daarmee tussen de dragers te gaan staan. Ik besloot hem ergens aan een zijkant in de grond te steken, dan weet u meteen waarom er zo'n punt aan een paraplu zit, die zit er speciaal voor ons. Ik ga tussen twee dragers staan en we wachten tot de predikant klaar is en een teken geeft dat de kist mag dalen. Nog steeds viel de regen met bakken uit de lucht. En omdat de dragers heel erg medelijden met mij kregen, ik was de enige zonder paraplu, wilden zij mij laten delen onder die van hun. Helaas deden ze dat van twee kanten, zowel van links als van rechts, en ik stond in het midden van twee paraplu's in plaats van eronder. De beide paraplu's veroorzaakten, door de grote hoeveelheid regen die er viel, een soort waterval waar ik precies onder stond. Ik stond te verdrinken aan het graf. Het water gutste over mijn hoofd, zo bij mijn jas en overhemd naar binnen. Ik was kletsnat.
De familie keek mij aan, met een brede glimlach op het gezicht. Ze hadden precies door wat de dragers deden. Ach, een grapje op z'n tijd moet kunnen. Niet waar?
En het regende pijpestelen...